BREDA – Het verhuisgedrag van Bredanaars blijkt opmerkelijk te zijn, met een gemiddelde verhuisfrequentie die sneller is dan het nationale gemiddelde. Nieuwe gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) onthullen interessante inzichten in de woonpatronen van inwoners van Breda.
Verhuisstatistieken
In Breda verhuizen mensen zelfs sneller dan in 300 andere gemeenten in Nederland. Slechts 29 gemeenten kennen een nog hoger verhuisritme dan Breda. Opvallend genoeg hebben inwoners van Vlieland, Groningen en Wageningen de kortste woonduur, met slechts 4 jaar op één adres. Aan de tegenovergestelde kant van het spectrum hebben inwoners van Volendam-Edam de langste woonduur, met gemiddeld 14 jaar op één adres.
Bredanaars verhuizen
Een intrigerend aspect van de verhuisdynamiek in Breda is dat, ondanks de frequente verhuizingen, een aanzienlijk aantal inwoners al bijna een halve eeuw op hetzelfde adres woont. Volgens gegevens uit 2023 woont 14 procent van de 80-plussers in Breda al minstens 50 jaar op dezelfde plek. Hoewel dit percentage lager is dan in sommige andere gemeenten, geeft het toch inzicht in de diverse woonpatronen binnen de stad.
De koning van langdurig wonen
In vergelijking met andere gemeenten steekt Staphorst er bovenuit, met maar liefst 31 procent van de 80-plussers die al minstens 50 jaar op dezelfde plek wonen. Ook Tubbergen (26 procent), Dinkelland (27 procent) en Losser (25 procent) kennen relatief veel langdurige bewoners. In Breda ligt dit percentage op 14 procent, wat nog steeds aanzienlijk is.
De stabiliteit van kinderen in Breda
Een interessant feit is dat bijna de helft van alle kinderen tot 18 jaar oud in Breda nog nooit is verhuisd. Dit komt vrijwel overeen met het landelijke gemiddelde, waar ook ongeveer de helft van de kinderen nog nooit is verhuisd. Deze stabiliteit in woonplaats op jonge leeftijd kan verschillende sociale en educatieve implicaties hebben.
Woonduur bij samenwonende paren
Bij samenwonende heterostellen, waarvan één partner jonger is dan dertig, heeft 67 procent van deze stellen dezelfde woonduur. Interessant genoeg zijn deze percentages lager bij homoseksuele stellen, met 37 procent bij twee mannen en 40 procent bij twee vrouwen. Dit suggereert een verband tussen leeftijdsverschillen en woonstabiliteit, met grotere verschillen die vaker voorkomen bij paren van gelijk geslacht.