Tijdens de nationale vlindertelling van dit jaar zagen natuurliefhebbers het laagste aantal vlinders ooit. De deelnemers rapporteerden gemiddeld slechts vijf vlinders per telling, een aanzienlijke daling ten opzichte van acht vlinders vorig jaar en zestien vlinders in de beginjaren van de telling tot 2015.
Nationale vlindertelling
Dit weekend vond voor de zestiende keer de nationale vlindertelling plaats, waarbij deelnemers gedurende een kwartier de vlinders registreerden die ze voorbij zagen fladderen. De Vlinderstichting voorzag hen van een herkenningskaart om citroenvlinders van gehakkelde aurelia’s te onderscheiden.
Vlinders
In totaal werden er 22.219 vlinders geteld, volgens de voorlopige cijfers. De atalanta bleek de meest voorkomende soort met 4.814 waarnemingen. Het kleine koolwitje, vorig jaar nog op de eerste plaats, zakte naar nummer twee met 4.000 waarnemingen. De dagpauwoog completeerde de top drie met 2.600 waarnemingen. Dit jaar werden er 25 verschillende soorten vlinders gespot, twee minder dan vorig jaar.
Opvallend is het aantal tellingen waarbij geen enkele vlinder werd gezien: maar liefst 400 keer. De keizersmantel werd slechts negen keer gespot en de kleine vuurvlinder vijftig keer. Deze lage aantallen wijzen op een ernstige afname van de vlinderpopulatie.
Natuur
Volgens de Vlinderstichting zijn de resultaten van de telling cruciaal omdat ze een belangrijke indicator vormen voor de gezondheid van de natuur in Nederland. Vlinders reageren snel op veranderingen in het milieu en klimaat. Eerder meldde het CBS al een dramatische afname van de vlinderpopulatie in de afgelopen 20 jaar.
De afname in vlinders is te wijten aan verlies van natuur, verslechtering van leefomgevingen door stikstof en afname van waterkwaliteit. Mensen die vlinders willen helpen, worden aangemoedigd om tegels in hun tuin te vervangen door bloeiende planten.