Sinds de invoering van de nieuwe Omgevingswet op 1 januari is de druk op gemeenten flink toegenomen. De Nederlandse Vereniging van Gemeenten (VNG) stelt dat de regels vaak niet gebruiksvriendelijk zijn. Dit leidt tot veel verwarring, vooral bij kleinere gemeenten.
Wat is de omgevingswet?
De Omgevingswet vervangt 26 wetten over onder andere geluid, milieu en veiligheid. Het doel van de wet is om vergunningen voor bijvoorbeeld verbouwingen of het kappen van bomen eenvoudiger te maken. Hiervoor is een digitaal loket opgericht: het Digitaal Stelsel Omgevingsloket (DSO).
Problemen in de praktijk
Ondanks het doel om processen te vereenvoudigen, blijken de regels in de praktijk vaak ingewikkelder te zijn. Volgens Yvonne Maas, wethouder van Noord-Beveland, is de samenwerking tussen overheden een positieve ontwikkeling, maar zorgt de wet juist voor meer complexiteit.
Een ander knelpunt is de participatie van burgers. Zij krijgen nu meer inspraak in plannen, maar dit leidt soms tot verkeerde verwachtingen. Veel inwoners denken dat aan alle wensen wordt voldaan, wat vaak niet mogelijk is. Dit veroorzaakt ontevredenheid en frustratie.
Extra druk op kleinere gemeenten
Kleinere gemeenten zoals Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen hebben moeite met het aanvragen van vergunningen en het werken met het DSO. De systemen werken niet optimaal en de regels zijn moeilijk te vinden.
Oplossingen in de toekomst?
De VNG stelt dat elke gemeente zijn eigen uitdagingen heeft. Grotere gemeenten hebben meer middelen, terwijl kleinere gemeenten het vaak lastig vinden om capaciteit vrij te maken. Minister Keijzer benadrukt dat de invoering van de wet stabiel is verlopen en dat gemeenten extra tijd krijgen om zich aan te passen.