In de eerste helft van 2024 zijn er al bijna evenveel wolfaanvallen op schapen en andere dieren gemeld als in heel 2023. Landelijk werden er 360 aanvallen geregistreerd, vergeleken met 399 in het hele vorige jaar. De stijging is vooral zichtbaar in de noordoostelijke provincies, zoals Gelderland, waar de wolf in 2024 al 166 keer toesloeg. Dit is een opmerkelijke toename vergeleken met de 19 aanvallen in dezelfde periode van vorig jaar.
Brabant
Terwijl de rest van Nederland een forse toename in wolfaanvallen ziet, blijft Brabant opvallend genoeg gespaard. In de eerste zes maanden van 2024 werden slechts vijf aanvallen gemeld, een daling ten opzichte van de elf incidenten in voorgaande jaren. Deze daling komt als een verrassing, vooral gezien de algemene trend van toenemende wolvenpopulaties in Nederland.
Wolvenpopulatie
Het groeiende aantal aanvallen kan worden toegeschreven aan de sterke toename van de wolvenpopulatie. Anderhalf jaar geleden telde Nederland 29 wolven, maar dit aantal is in de winter van 2023-2024 gestegen naar 51. De stijging in het aantal wolven zorgt voor meer conflicten met vee, vooral in gebieden waar geen preventieve maatregelen zijn getroffen, zoals hekwerken of schrikdraad.
Wolven in Nederland
Hoewel het aantal geregistreerde aanvallen al zorgwekkend is, kan het werkelijke aantal incidenten hoger liggen. Veel aanvallen worden niet gemeld of kunnen niet met zekerheid aan wolven worden toegeschreven. Deskundigen twijfelen echter of het verkleinen van de wolvenpopulatie de oplossing is.
Wolvenexpert Dick Klees stelt dat het vaak individuele wolven zijn die schapen aanvallen en dat goede bescherming met wolfwerende hekken en geëlektrificeerde omheiningen een effectieve manier kan zijn om schade te voorkomen.
Wolvenaanval in de regio
De situatie in Brabant staat in contrast met de rest van Nederland, waar de wolf steeds meer vee aanvalt. Dit onderstreept het belang van regionale verschillen en de noodzaak van gerichte preventieve maatregelen om vee te beschermen tegen de groeiende wolvenpopulatie.